RITME
Rehabilitation nutrition and exercise Intervention in TAVI-patients to prevent Malnutrition and increase Exercise-capacity
Een ernstig vernauwde hartklep (aortaklepstenose) is de meest voorkomende hartklepaandoening die vooral voorkomt op hogere leeftijd. Kwetsbare ouderen met aortaklepstenose kunnen via de relatief eenvoudige TAVI-behandeling (Transcatheter Aortic Valve Implantation) een nieuwe aortaklep krijgen. Een op de drie patiënten ervaart ondanks deze ingreep geen verbetering in hun fysiek functioneren en één op de tien komt zelfs te overlijden in het eerste jaar na de TAVI. Veel kwetsbare patiënten die een TAVI ondergaan hebben slechte voedingsgewoontes en bewegen te weinig. Dit leidt tot een hoger risico op afname van fysiek functioneren en een verhoogde kans op vroegtijdig overlijden na de operatie. Het RITME-project brengt risicofactoren over voeding en bewegen beter in kaart. Verder onderzoekt het projectteam wat zorgprofessionals kunnen veranderen op het gebied van voeding en beweging in de voor- en nazorg, zodat patiënten beter uit de operatie komen.

Doel
Het ontwikkelen en op haalbaarheid testen van een voeding en beweeginterventie voor oudere kwetsbare patiënten die een TAVI ondergaan.
Projectdoelstellingen
- Het beter in kaart brengen van voeding- en beweeg gerelateerde risicofactoren bij TAVI-patiënten. Denk bij risicofactoren bijvoorbeeld aan voedingskwaliteit, eiwitinname, fysieke activiteit, spiermassa, spierkwaliteit en spierkracht.
- Onderzoeken welke kennis en vaardigheden verpleegkundigen, diëtisten en fysiotherapeuten nodig hebben om de beoogde interventie bij TAVI-patiënten te kunnen uitvoeren.
- Testen van de haalbaarheid en compliance van de beoogde voeding en beweeg interventie voor patiënten.
Het onderzoeksteam


Dennis van Erck MSc
Promovendus

dr. Marjolein Snaterse
Onderzoeker
Onderzoeker en docent verpleegkunde aan de HvA en Amsterdam UMC

dr. Ronak Delewi
Interventie cardioloog
Amsterdam UMC

dr. Antoine Driessen
Cardiothoracaal Chirurg

prof.dr. José Henriques
Onderzoeker
Professor of Interventional Cardiology @ Amsterdam UMC Heart Center

prof.dr. Wilma Scholte op Reimer
Hoogleraar complexe zorg Amsterdam UMC
lid van het College van Bestuur van de Hogeschool Utrecht
Publicaties
The Trajectory of Nutritional Status and Physical Activity before and after Transcatheter Aortic Valve Implantation
In dit onderzoek is de voedingstoestand en het beweeggedrag van patiënten met aortaklepstenose die een TAVI ingreep krijgen onderzocht.
Preprocedural muscle strength and physical performance and the association with functional decline or mortality in frail older patients after transcatheter aortic valve implementation: a systematic review and meta-analysis
GLIM-based malnutrition, protein intake and diet quality in preprocedural Transcatheter Aortic Valve Implantation (TAVI) patients
Evaluation of a Fully Automatic Deep Learning-Based Method for the Measurement of Psoas Muscle Area
In dit artikel wordt beschreven dat segmenteren van spiermassa op een CT scan met behulp van deep-learning werkt en net zo nauwkeurig is als kleuren door een getrainde onderzoeker.
Exploring barriers and facilitators of behavioural changes in dietary intake and physical activity: a qualitative study in older adults undergoing transcatheter aortic valve implantation
Patiënten die een transkatheter aortaklepimplantatie (TAVI) ondergaan zijn vaak kwetsbaar, op leeftijd en zeer inactief en eten niet optimaal.
In dit kwalitatief onderzoek (semigestructureerde interviews) bij 13 patiënten (gemiddeld 82 jaar) die een TAVI ondergingen zijn de barrières en bevorderende gedragsfactoren met betrekking tot voeding en lichaamsbeweging bij deze groep in kaart gebracht.
Barrières waren
1. geringe fysieke mogelijkheden
2. gezonde voeding en lichaamsbeweging zijn geen prioriteit op oudere leeftijd
3. ingesleten gewoonten en voorkeuren.
Bevorderend werkte:
1. kennis dat voedselinname en lichaamsbeweging belangrijk zijn voor het behoud van gezondheid
2. normen van familie, vrienden en verzorgers
3. steun uit de sociale omgeving
De onderzoekers concluderen dat veranderen van het voeding- en beweeggedrag in eerste instantie geen prioriteit is voor deze groep. Meer kennis en inzicht in de positieve effecten van voeding en beweging op de gezondheid, verbeterde de fase van gedragsverandering in ambivalentie. Aandacht en coaching, met behulp van motivational interviewing technieken, door zorgverleners is nodig om te komen tot optimale gedragsverandering.
Uitgevoerd en gefinancierd door
