Handknijpkracht
De maximale knijpkracht van de hand geeft een inschatting van de perifere spierfunctie en is gerelateerd aan de totale hoeveelheid spiermassa in het lichaam.
Met de maximale handknijpkrachtmeting kan worden bepaald of de waarden van een persoon binnen de ‘normaalwaarden’ vallen. De handknijpkracht is afhankelijk van leeftijd en geslacht. Het kan ook beïnvloed worden door andere factoren, zoals ziekte en motivatie. Handknijpkracht heeft een sterk verband met de voedingstoestand, morbiditeit, cognitief functioneren en overleving.
De uitvoering van de meting is beschreven in de SOP-handknijpkracht van het Nutritional Assessment Platform en uitgebeeld in onderstaande video.
Geadviseerd wordt om bij de eerste meting beide handen te meten, zodat er bij uitval (door bijvoorbeeld infuus of fractuur) altijd een hand beschikbaar blijft. Bij de
tweede en volgende metingen kan alleen de sterkste hand worden gemeten.
Voer minimaal twee, maar bij voorkeur drie metingen per hand uit en neem de hoogste waarde als uitslag. Deze uitslag kan vergeleken worden met de referentiewaarden van Dodds (zie hieronder). Deze referentiewaarden zijn verzameld bij een zeer grote groep in Engeland. Een waarde onder het 10e percentiel wordt beschouwd als een lage handknijpkracht.

