Energieverbruik berekenen met VCO2
Dinsdag 10 mei 2016, NTVD
dr. Sandra Stapel, intensivist Amsterdam UMC
Zowel onder- als overvoeding van IC-patiënten is geassocieerd met een slechtere uitkomst. Aanbevolen wordt om bij beademde patiënten energie te voeden op basis van een gemeten ‘energy expenditure’ (EE). De standaard voor het meten van de EE is indirecte calorimetrie. Niet elke intensive care beschikt echter over indirecte calorimetrie, en formules die de EE schatten zijn onbetrouwbaar. In dit onderzoek werd een alternatieve methode onderzocht, waarbij het EE van IC-patiënten berekend werd met de VCO2 uit het beademingsapparaat.
Waarom dit onderzoek?
Met indirecte calorimetrie wordt in de in- en uitademingslucht de concentratie aan zuurstof en koolzuur gemeten om het zuurstofverbruik (VO2) en de koolzuurproductie (VCO2) te bepalen. Vervolgens wordt met de formule van Weir (zie kader) de EE berekend. De beschikbaarheid van indirecte calorimetrie is beperkt en continue meting is niet haalbaar. In de praktijk worden verschillende formules gebruikt om de EE van IC-patiënten te schatten. Deze formules zijn onbetrouwbaar gebleken in de IC-populatie. Reden: de meeste moderne beademingsapparaten kunnen wel de VCO2 meten, maar niet de VO2. Een alternatieve methode om de EE te berekenen is om alleen de VCO2 te gebruiken en het Respiratoir Quotiënt (RQ) van de patiënt te schatten. Vervolgens kan met de herschreven formule van Weir de EE worden berekend. Doel van de studie was om te onderzoeken of deze methode betrouwbaar is, en om deze methode te vergelijken met een aantal veelgebruikte formules.
Methode
Bij 84 beademde IC-patiënten werd gedurende 24 uur indirecte calorimetrie verricht met de Deltratrac metabole monitor. Zo werd voor elke patiënt de standaard EE verkregen (EE-calorimetrie). Tegelijkertijd werd gedurende deze 24 uur iedere minuut de VCO2 geregistreerd, zoals gemeten door het beademingsapparaat. Op basis van de hoeveelheid en de samenstelling van de toegediende (par)enterale voeding werd voor elke patiënt het voedings-RQ berekend. Daarna werd met de herschreven formule van Weir de EE berekend (EE-VCO2). De betrouwbaarheid van EE-VCO2 werd op meerdere manieren getoetst. Gekeken werd naar juistheid’ en ‘precisie’, en naar het aantal metingen binnen of buiten vooraf gestelde grenzen. De EE-VCO2 werd daarnaast vergeleken met vier veelgebruikte formules: de Harris & Benedict-formule, de Faisy-formule, de Penn State University-formule (PSU) en de ESPEN-richtlijn van 25 kcal/kg/dag.

Resultaten
De EE-VCO2 blijkt nauwkeurig, met een gemiddeld verschil van 141 kcal/24 uur met EE-calorimetrie. De variantie van het gemiddelde verschil van EE-VCO2 was het kleinst. Daarmee is de VCO2-methode preciezer dan de formules. Grote fouten (meer dan 30% verschil met EE-calorimetrie) kwamen niet voor bij de VCO2-methode, terwijl deze wel voorkwamen bij de formules.

Toepassing in de praktijk
Ons onderzoek toont aan dat bij beademde IC-patiënten de EE nauwkeurig berekend kan worden met de VCO2 uit het beademingsapparaat en het voedings-RQ. Deze methode is nauwkeuriger dan veelgebruikte formules. De VCO2-methode maakt continue monitoring mogelijk en is het beste alternatief voor indirecte calorimetrie. Omdat het gemiddelde RQ van het standaard assortiment aan enterale en parenterale voedingen 0,86 is, kan de EE eenvoudig worden berekend met de formule 8,19 x VCO2 (ml/min). De methode maakt het mogelijk om het energieverbruik dagelijks te berekenen en dagelijks de voeding bij te stellen om over- en ondervoeding te voorkomen. De diëtist kan hierin een belangrijke adviserende rol spelen.
Literatuur
• Stapel SN, de Grooth HJ, Alimohamad H, e.a. Ventilator-derived carbon dioxide production to assess energy expenditure in critically ill patients: proof of concept. Critical Care 2015;22(19)370:1-10.