Doelen 2Do
Doelen 2Do
De hoofddoelen van de leefstijlaanpak 2Do zijn:
- Deelnemers hebben na de aanpak een gezond voedingspatroon dat voldoet aan de Schijf van Vijf, deelnemers met diabetes type 2 hebben na de aanpak een gezond voedingspatroon dat voldoet aan de NDF- richtlijn 2020.
- Na de aanpak handhaven deelnemers een adequate eiwitinname van 1,0-1,2 g/kg lichaamsgewicht.
- Deelnemers realiseren na de aanpak een eiwitinname van 25-30 gram bij elk van de drie hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch en diner).
- Deelnemers voldoen na deelname aan de beweegrichtlijnen voor ouderen uit 2017.
- De kwaliteit van slaap van de deelnemers is na de aanpak toegenomen.
- De deelnemers hanteren na de aanpak een betere balans tussen spanning en ontspanning in het dagelijkse leven.
Sub doelen
Voeding
- De deelnemer beschikt over voldoende kennis om een eetpatroon volgens de richtlijnen gezonde voeding 2017 in combinatie met een adequate eiwitinname van 1,2 g/kg lichaamsgewicht te hanteren (kennis).
- De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen eetpatroon en ziet een aanleiding tot het veranderen van zijn/haar eetpatroon naar het gewenste eetpatroon (aanleiding tot actie).
- De deelnemer wilt zijn/haar eigen eetpatroon veranderen naar het gewenste eetpatroon (attitude).
- De deelnemer is zich bewust van sociale invloeden op zijn/haar eetpatroon en probeert deze positief te beïnvloeden (sociale norm/steun/omgeving).
- De deelnemer heeft vertrouwen in zichzelf om het gewenste eetpatroon te hanteren en te behouden (eigen-effectiviteit).
- De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen eetpatroon en is zich bewust van de risico’s en opbrengsten van zijn/haar huidige en het gewenste eetpatroon (risicoperceptie).
Beweging
- De deelnemer beschikt over voldoende kennis om een beweegpatroon volgens de richtlijnen beweegrichtlijnen 2019 te hanteren (kennis).
- De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen beweeggedrag en ziet indien nodig aanleiding tot het veranderen van zijn/haar beweeggedrag naar het gewenste beweeggedrag (aanleiding tot actie).
- De deelnemer wil zijn/haar eigen beweeggedrag veranderen naar het gewenste beweeggedrag (attitude).
- De deelnemer is zich bewust van sociale invloeden op zijn/haar beweeggedrag en probeert deze positief te beïnvloeden (sociale norm/steun/omgeving).
- De deelnemer heeft vertrouwen in zichzelf om het gewenste beweeggedrag te hanteren en te behouden (eigen-effectiviteit).
- De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen beweeggedrag en is zich bewust van de risico’s en opbrengsten van zijn/haar huidige en het gewenste beweeggedrag (risicoperceptie).
Slaap
- De deelnemer beschikt over voldoende kennis om een gezond slaappatroon te hanteren (kennis).
- De deelnemer is zich bewust van zijn eigen slaapgedrag en ziet indien nodig aanleiding tot het veranderen van zijn slaapgedrag naar het gewenste slaapgedrag (aanleiding tot actie).
- De deelnemer wil, indien nodig, zijn/haar eigen slaapgedrag veranderen naar het gewenste slaapgedrag (attitude).
- De deelnemer is zich bewust van sociale invloeden op zijn/haar slaapgedrag en probeert indien nodig deze positief te beïnvloeden (sociale norm/steun/omgeving).
- De deelnemer heeft vertrouwen in zichzelf om het gewenste slaapgedrag te hanteren en te behouden (eigen-effectiviteit).
- De deelnemer is zich bewust van zijn eigen slaapgedrag en is zich bewust van de risico’s en opbrengsten van zijn huidige en het gewenste slaapgedrag (risicoperceptie).
Spanning en ontspanning
- De deelnemer beschikt over voldoende kennis om een gezonde balans tussen spanning en ontspanning te hanteren (kennis).
- De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen balans tussen spanning en ontspanning en ziet indien nodig aanleiding tot het veranderen van zijn/haar balans tussen spanning en ontspanning (aanleiding tot actie).
- De deelnemer wil, indien nodig, zijn/haar eigen balans veranderen naar zijn/haar gewenste balans tussen spanning en ontspanning (attitude).
- De deelnemer is zich bewust van sociale invloeden op zijn/haar balans en probeert indien nodig deze positief te beïnvloeden (sociale norm/steun/omgeving).
- De deelnemer heeft vertrouwen in zichzelf om het zijn/haar gewenste balans tussen spanning en ontspanning te hanteren en te behouden (eigen-effectiviteit).
- De deelnemer is zich bewust van zijn/haar eigen balans en is zich bewust van de risico’s en opbrengsten van zijn/haar gewenste balans (risicoperceptie).