De voedingsproblemen van patiënten die met COVID-19 zijn opgenomen in het ziekenhuis worden steeds duidelijker. Een grote groep patiënten is echter nooit opgenomen geweest in het ziekenhuis, en juist deze groep lijkt aanhoudende klachten te ervaren.

De afdeling Dietetiek & Voedingswetenschappen van Amsterdam UMC onderzocht in het COVOED project de voedingsproblemen en de voedingstoestand. Eerst in het ziekenhuis en nu, in samenwerking met de WUR, ook in de eerstelijns zorg. De resultaten zijn beschreven en becommentarieerd in dit wetenschappelijke artikel in Journal of Human Nutrition and Dietetics. Op deze pagina vind je een samenvatting, een fact sheet en een korte video met de belangrijkste resultaten.

Bij wie is het onderzoek uitgevoerd?

246 patiënten deden mee aan het onderzoek. 

  • De gemiddelde leeftijd was 57 jaar (SD 16)
  • De meerderheid (61%) was vrouw
  • 57% van de patiënten is niet opgenomen geweest in het ziekenhuis tijdens de periode van infectie

Hoe was de voedingstoestand?

  • 67% van de patiënten had overgewicht of obesitas.
  • De meerderheid van de patiënten had ongewenst gewicht verloren; 26% 5 tot 10 kg gewichtsverlies en 12% meer dan 10 kg gewichtsverlies. Maar bij ruim een derde van de patiënten was het gewicht (weer) toegenomen in de maand voor het eerste consult met de eerstelijns diëtist.
  • 44% van de patiënten had een verhoogd risico op sarcopenie bij het eerste consult met de diëtist.

Aan voeding gerelateerde klachten

Bijna alle patiënten hadden één of meer aan voeding gerelateerde klachten. De meest voorkomende voedingsklachten waren verminderde eetlust, benauwdheid, veranderde smaak, smaakverlies en vol gevoel (zie figuur).

De aan voeding gerelateerde klachten verbeterden geleidelijk na het eerste consult met een diëtist, maar bleven nog maanden aanhouden.
Na vier tot zes maanden waren veranderde smaak, smaakverlies en benauwdheid de nog meest voorkomende aan voeding gerelateerde klachten.

Hoe was de zorg door de diëtist?

  • De meeste patiënten (61%) werden verwezen door de huisarts.
  • Bij 80% van de patiënten was ook een fysiotherapeut betrokken.
  • De mediaan van het aantal consulten was vijf consulten. Meer dan een derde van de patiënten had zes tot acht consulten met de diëtist.
  • Bij 48% van de patiënten was minder dan 3 uur gedeclareerd bij de zorgverzekeraar; en bij 48% was 3 tot 7 uur gedeclareerd. Bij 4% was meer dan 7 uur gedeclareerd.
  • Drinkvoeding werd in bijna de helft van de gevallen voorgeschreven.
    De behandeldoelen werden bij 75% van de patiënten behaald aan het einde van de diëtistische behandeling.

Conclusies

  • De meerderheid van de patiënten herstellende van COVID-19 had onbedoeld gewichtsverlies als gevolg van de infectie, maar bij het eerste consult was vaak al weer sprake van herstel.
  • Aan voeding gerelateerde klachten kwamen veel voor. Hoewel deze klachten verbeterden in de loop van de tijd, hielden de klachten bij een grote groep patiënten aan 4 tot 6 maanden na de start van de behandeling van de eerstelijns diëtist.
  • In ongeveer de helft van de gevallen werd gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot uitbreiding van diëtistische zorg (tot max. 7 uur).